Familie Engelen

Interview Bevrijding 16 april 1945

Het gezin Engelen bestond uit: vader, moeder, drie zonen en een dochter. Ze woonden midden in het dorp, op de hoek waar nu het Nieuwe Erf is, in een woonhuis met een grote koeienstal. Zoon Wouter was geboren in 1926 en toen de oorlog begon dus al 14 jaar. Wouter had een Ausweiss, omdat hij zijn vader op de boerderij moest helpen. Toen er Duitsers bij hen werden ingekwartierd, ging het gezin in het achterhuis wonen. Op de boerderij waren drie paarden, waarvan er twee werden gevorderd. Tegen het einde van de oorlog werd het enige paard dat ze nog bezaten verstopt. Toen in april 1945 het paard alsnog werd opgeëist, probeerde vader er nog onderuit te komen. Helaas was de verstopplek verraden en op 12 april moest Wouter zich melden met paard en wagen. De wagen werd volgeladen en er werd een kanon achter gehangen. Samen met twee anderen moest Wouter alles naar de IJssel vervoeren. Maar vader gaf hem de opdracht: “Wat er ook gebeurt, je brengt het paard weer mee terug!”

Toen op 16 april de Canadezen op de Goudsberg stonden, ging Wouter daar natuurlijk ook naartoe. Bij thuiskomst liet hij zijn vader trots de sigaretten en chocoladerepen zien, die hij had gekregen. Maar vader raadde hem aan om alles direct te verstoppen, want de Duitsers zaten nog in huis! Tegen het eind van de middag kwamen de Canadezen het dorp in en waren de Duitsers vertrokken. De dagen daarna was het groot feest en een drukte van belang in de Pollen. Dorpelingen dansten samen met de bevrijders op straat en klommen boven op de tanks om foto’s met hen te maken. Ook bij de familie Engelen werden Canadese soldaten ondergebracht. Naast de boerderij was de meubelzaak van Vis, waar de toonzaal op de bovenverdieping leeg stond. Daar werden heel wat feestjes en dansavonden gehouden. Wouter vertelt dat daar soms zoveel mensen waren, dat de muren barsten vertoonden en de ijzeren balken doorbogen! Ook vertelt hij dat er op de hooizolder boven de koeienstal en zendpost was, waar menig Canadees een dame uit het dorp mee naartoe probeerde te lokken. Van het verzenden van berichten kwam dan niet veel terecht…

Na alle feestelijkheden pakten de mensen al gauw het werk weer op, want er moest brood op de plank komen. Bij hun vertrek in september werden de Canadese en Engelse bevrijders toegesproken en bedankt bij Hotel de Veluwe, waar nu de Rabobank is. Ook toen werd er weer twee dagen feest gevierd midden in het dorp. Er waren kinderspelen en allerlei andere activiteiten.

Het is duidelijk dat de oorlogsjaren en alles wat er toen is gebeurd veel indruk hebben gemaakt op Wouter Engelen. Tijdens het gesprek is op bepaalde momenten de spanning van zijn gezicht te lezen. Maar bij de leuke gebeurtenissen komt er ook een ondeugende glimlach tevoorschijn. “Als je eraan terugdenkt, zie je alles zo weer voor je. Het blijft een stuk van je leven”.